In deze ‘Vrijwilligers aan het woord’ spreken we twee vrijwilligers van wie de vrouwelijke hand te herkennen is in het winkeltje en achter het loket. Waar Sophie zich in het winkeltje in een waar vrouwenbolwerk bevindt, is Leny een van de weinige dames achter het loket. Op beide plekken zijn nieuwe (vrouwen)handen welkom. De dames nemen ons mee in hun werk bij de Miljoenenlijn.
“Nog niet heel lang was ik met pensioen toen ik hoorde dat ze bij het loket van de Miljoenenlijn vrijwilligers nodig hadden,” trapt Leny af. “Jacques [ook vrijwilliger bij de Miljoenenlijn, red.] is mijn man en we vonden het leuk om op dezelfde plek vrijwilligerswerk te doen. Hij is nu stationschef.” Sophie is ook door haar man ‘verleid’ om bij de Miljoenenlijn te komen en dat gebeurde al heel wat jaren geleden, in 1994. Trots vertelt Sophie dat ze er al bij is sinds het begin: “Mijn man Wolfgang is timmerman en hij heeft destijds de brasserie en het winkeltje vertimmerd. Hij zei tegen me: ‘dat winkeltje heb ik voor jou gemaakt’ en sindsdien werk ik in deze winkel.” Romantiek alom bij de dames van de Miljoenenlijn!
Over één ding zijn ze het sowieso eens: het leukste aan het werk is het contact met de bezoekers. Leny: “Het loket is het eerste contactmoment met de gasten. Veel reizigers hebben online hun treinkaartjes al gekocht, maar die wisselen we in voor een echt kartonnen kaartje dat geknipt kan worden. Zeker kinderen vinden dat hartstikke leuk!” Bij Sophie in het winkeltje komen de mensen ’s ochtends wel even neuzen, maar de aankopen worden vooral gedaan als de stoomtrein of de railbus weer terug is. “Dan kan het ineens ontzettend druk worden,” aldus Sophie. “Iedereen wil nog een souvenir mee voor thuis, zoals een t-shirt, onze eigen stoomlikeur of een mok met treinen erop… Als het wat rustiger is, dan kun je een praatje maken met de mensen. Vaak zijn het vakantiegangers, lekker ontspannen. Dat is heel erg leuk.”
Bij het loket houden Leny en haar collega’s zich bezig met de kassa, maar ze zijn ook een soort onofficiële dependance van de VVV. Ze houden het folderrek netjes bij (waar volgens Leny de Miljoenenlijn Expresse altijd vaak bijgevuld moet worden) en ze helpen mensen ook letterlijk verder. “Veel bezoekers vragen ons wat ze nog meer kunnen doen in de regio rond de Miljoenenlijn. Inmiddels kunnen we de mensen heel goed adviseren. Wij komen allemaal uit de buurt en weten wat leuk is om te doen, ook met kinderen. Wandelen is het populairst. Wandelaars verwijs ik dan weer naar Sophie, want in het winkeltje hebben we ook wandelroutes rondom het spoor.”
Het is niet alleen gezellig met de bezoekers, onderling is de sfeer ook erg goed. Leny: “Langs het loket komen bijna alle vrijwilligers, ze moeten soms iets ophalen bij ons. Het is zo’n beetje het knooppunt van de Miljoenenlijn, zo leer je ook veel mensen kennen. Bij het loket staan we minstens met z’n tweeën, dat is altijd gezellig, maar zoals gezegd is het ook een komen en gaan van andere vrijwilligers, zoals bijvoorbeeld Sophie die aan het begin van haar dienst de beurs met kleingeld komt halen.” Sophie: “Daar begint mijn dag inderdaad mee. Daarna start je de kassa op, zorg je dat de winkel er netjes uitziet en help je de mensen. Als het wat rustiger is, vullen we de winkel bij uit de voorraad.” Ook in het winkeltje sta je meestal met z’n tweeën en dat zijn altijd dames, gezelligheid alom! Die gezelligheid gaat na de dienst vaak nog even door. Dan treffen de vrijwilligers die dat willen zich op het terras van de brasserie. “Dat is altijd een leuke manier om de dag af te sluiten,” vindt Leny. “Zo leer je je collega’s weer op een andere manier kennen.”
Wil je ook vrijwilliger worden bij de Miljoenenlijn? Meld je dan aan via volontair@miljoenenlijn.nl en bekijk de vacatures hier.
Marc Sanders en Juul Stikkelbroek zijn beiden vrijwilligers bij de Miljoenenlijn. Marc is 27, treinmachinist bij NS van beroep en bekleedt een hele rits functies bij de Miljoenenlijn, waaronder opleider. Juul is 24, werkt bij een poppodium en is pas geslaagd voor zijn opleiding tot hoofdconducteur bij de Miljoenenlijn, onder toeziend oog van Marc. Leraar en leerling kijken samen terug op hun loopbaan bij de Miljoenenlijn.
De opa’s en de oma’s van Marc en Juul stonden aan de wieg van hun liefde voor treinen. Marc: “Als klein jochie namen opa en oma me mee naar de Miljoenenlijn. Ik kreeg een jaarkaart cadeau. Op een dag sprak een conducteur me aan of het me leuk leek om vrijwilliger te worden. De volgende dag ben ik begonnen!” Juul kan zich het evenement ‘Een dagje uit met Thomas’ uit zijn jeugd nog levendig herinneren. “Mijn opa werkte al in het openbaar vervoer, maar nam me ook graag mee naar de Miljoenenlijn. Tijdens een van die bezoekjes heb ik me ook aangemeld als vrijwilliger. Jaren later ben ik er nog steeds. Wat treinen betreft inmiddels heel wat wijzer.”
Treingekken
De verhalen van Marc en Juul hebben veel met elkaar gemeen, maar Marc heeft van zijn hobby ook zijn beroep gemaakt. Doordeweeks is hij machinist bij de NS, daarom wil hij bij de Miljoenenlijn bewust andere dingen doen. Die zijn er genoeg. Eén van die activiteiten is het opleiden van collega-vrijwilligers. Zo kreeg hij Juul onder zijn hoede. Juul was net als Marc al jong treingek, maar Juul koos Facility Management als opleiding. Hij werkte een tijd lang op het kantoor van de Miljoenenlijn, maar zijn hart lag ‘op de trein’. Jarenlang was hij al conducteur, maar sinds kort draagt hij de pet van hoofdconducteur.
“Vanaf mijn veertiende ben ik bij de Miljoenenlijn en vanaf mijn zestiende ben ik conducteur, net als Marc”, vertelt Juul. “Ik vind de functie van conducteur echt superleuk. Het is vrij zorgeloos vergeleken met de functie van hoofdconducteur. Vanaf 2017 heb ik toch stappen gezet om hoofdconducteur te worden. Hoofdconducteur is – samen met machinist en treindienstleider – een van de drie veiligheidsfuncties bij de Miljoenenlijn. Je bent eindverantwoordelijk voor de veiligheid tijdens de rit en daar komt heel wat bij kijken. Ik denk dat veel bezoekers zich niet realiseren hoe serieus we hier bezig zijn met techniek en veiligheid.”
Juul had al jarenlang meegekeken over de schouders van de hoofdconducteurs en onder begeleiding van Marc zijn examen voor hoofdconducteur gedaan. Als de vraag komt wat het belangrijkste is om te weten of te kunnen als hoofdconducteur kijken Juul en Marc elkaar lachend aan: “Koffie drinken! Niet omdat een hoofdconducteur niets doet, maar zodra de trein rijdt, heeft de hoofdconducteur het meeste werk erop zitten. Dan is er tijd voor een kopje koffie in het buffetrijtuig.” Overzicht houden, stressbestendig zijn, je collega’s kunnen aansturen en omgaan met bange of geïrriteerde reizigers hoort er allemaal bij. Niet iedereen is geschikt, maar Marc doet al een voorselectie en de ambitie moet er natuurlijk ook zijn.
Ambities
Als je eenmaal vrijwilliger bent bij de Miljoenenlijn, lijken die ambities vanzelf te komen. Marc kwam als junior gastheer, werd conducteur, daarna rangeerder-begeleider en seinhuiswachter. Nu is hij werkgroepleider dienstregeling, hoofdconducteur en dus opleider. Zijn beroepservaring bij de NS komt natuurlijk ook erg goed van pas. “Je kunt allerlei richtingen op bij de Miljoenenlijn. Als ik meer tijd had, zou ik nog wel treindienstleider willen worden.” Juul wil eerst wat uurtjes maken in zijn nieuwe functie als hoofdconducteur. “Onze treinen kunnen niet rijden zonder hoofdconducteur, dus ze zijn dringend nodig. Misschien dat ik ooit nog eens op de Railbus zou willen rijden, maar dat is iets voor de toekomst.”
Wil je ook vrijwilliger worden bij de Miljoenenlijn? Meld je dan aan via volontair@miljoenenlijn.nl en bekijk de vacatures hier.
Bij de Miljoenenlijn worden geen bezems gevreten, maar er zou wel een locomotief roze worden gespoten op het moment dat deze geheel door vrouwen zou worden bediend, ‘onbemand’ dus… Jarenlang was de ‘roze locomotief’ een terugkerende grap in de werkplaats. Hoewel gelukkig niemand bij de Miljoenenlijneen roze loc wil, heeft de mythische rit inmiddels wel plaatsgevonden. Machiniste Geertje en stookster Roxanne sloegen hun kolenzwarte handen (mét rode nagellak) ineen tijdens de rijdag van 6 juni.
De passagiers hebben er niets van gemerkt en zo hoort dat ook, maar de stoomtreinritten op Pinkstermaandag werden aangedreven door één en al girlpower. Ogenschijnlijk een rijdag als alle andere, maar één blik in de loc deed een hoop passagiers en voorbijgangers extra vrolijk zwaaien. Naast machinist en stoker waren Geertje en Roxanne ook fotomodel, want wat staat dat vrouwelijk schoon mooi op de locs.
De argeloze bezoeker realiseert zich niet dat de vrijwilligers van die rijdag al voor dag en dauw bezig zijn om de locomotief rijklaar te maken. Op het moment dat de trein vertrekt, is de stoker al uren bezig om het perfecte vuur te krijgen. Om het technische verhaal achter het stoken te begrijpen, kun je dit het best vergelijken met het schakelen van een auto. Heeft de trein weinig kracht nodig (lage toeren), dan mag het vuur niet te groot zijn. Moet de trein flink trekken (meer toeren maken), dan mag het vuur groter, maar niet té. De stoker beheert het vuur en het water en voedt daarmee de stoomlocomotief en dat komt nogal nauw.
Een verhaal met een luchtje
Roxanne vertelt dat het jaren duurt om stoker te worden. Ze was de eerste vrouwelijke leerling-stoker in tijden bij de Miljoenenlijn. Ze is nog niet lang geleden ‘afgestudeerd’. De opleiding ervoer ze als ‘supermoeilijk’, want ze had nul technische kennis. Haar vriend Dennis was al stoker bij de Miljoenenlijn en heeft haar verleid om zich ook als vrijwilliger aan te melden. “Als schilder, ik dacht: dát kan ik wel!” Een grappig detail is dat ze zich per ongeluk bij de verkeerde cursus had opgegeven, dat uiteindelijk de stokerscursus bleek te zijn. Zit er een (brand)luchtje aan dit verhaal?
Toch is het Roxanne gelukt om stoker te worden: “Ik ben zo dankbaar voor alle hulp die ik heb gekregen bij de Miljoenenlijn. De vrijwilligers gingen (letterlijk) voor me door het vuur om te zorgen dat ik het stoken onder de knie kreeg. Ik hoop ook oprecht dat meer meiden zich aanmelden om te komen stoken. Ik ben het bewijs dat je er niet per se technisch voor hoeft te zijn.” En het mooiste van het werk als stoker? “Als we uit Simpelveld wegrijden op een koude dag en ik een prachtige stoompluim zie opstijgen, denk ik: die heb ik gemaakt!”
Kers op de taart
Geertje was de machinist op de dag van de historische onbemande rit. Zelfs is ze ook stoker geweest, een vereiste om machinist te worden. Dat heeft ze zo’n zeven jaar gedaan en hoewel ze geniet van de ritten als machinist, vond ze stoken het leukst. Ze vertelt er gepassioneerd over: “Er zijn verschillende parameters en die moeten allemaal tegelijk kloppen. Je moet oog voor het vuur hebben, vooruit kunnen denken en gedreven zijn om goed werk af te leveren. Bezig zijn met de machine, het smeren en het opstoken vind ik nog mooier dan het rijden zelf. De rit is de kers op de taart.”
De dames zijn twee handen op één vurige, stalen buik. Hoewel Geertje als machinist eindverantwoordelijk is voor de rit, ziet zij het bedienen van de loc als een gezamenlijke inspanning met de stoker, in dit geval Roxanne. Als Geertje ‘ruig’ rijdt, dan schept Roxanne zich een ongeluk. Als Roxanne het vuur te klein of te groot maakt, staat de trein stil of ontstaat er schade aan de loc. Machinist, stoker en de machine vormen eigenlijk een drie-eenheid. Geertje: “Aan het eind van de dag gaat het erom dat je samen een leuke dag beleeft en dat is zeker gelukt.”
Dit artikel is eerder verschenen in Miljoenenlijn Expresse, uitgave 126 (juli 2022).
Tekst: Leonie Kohl
Foto’s: Jasper Kroese en Stefan Hofecker
Uniforme uniformen, het was al lange tijd een breed gedragen wens bij de Miljoenenlijn. Van stationschef tot lokettist, iedereen strak in het pak. Maar wát een klus bleek dat achteraf, beaamt Herman Schik, ‘Coördinator Vrijwilligers’ bij de Miljoenenlijn. Hij coördineerde de werkgroep die bij dit enorme project betrokken was. Vrijwilliger Jan van Keulen keek mee met een museale bril op en wilde het naadje van de kous weten over historische spooruniformen. Het resultaat is een collectie goed passende uniformen van een lokale leverancier, die bijdraagt aan de beleving met aandacht voor historische details. Petje af!
Of stationschef Jacques Muris een Excel-bestandje wilde bijhouden met wat namen en maten voor het uniformenproject, dat was de vraag. “Ik ben wel handig met dat programma, maar uiteindelijk bleek het verzoek van Herman toch veel meer dan dat.” Jacques en Herman kijken met trots terug op het uniformenproject, maar zijn beiden blij dat het gelukt is. Herman: “Met het uniformenproject zijn we al meer dan vier jaar mee bezig, met een veel groter team dan Jacques en ik. Jan van Keulen heeft bijvoorbeeld een enorme bijdrage geleverd door urenlang archiefonderzoek te doen, op zoek naar oude foto’s en kledingvoorschriften. Ook vrijwilligers Leny Muris en Olina Voncken waren erbij betrokken, omdat deze dames een goed oog hebben voor kleding. Voor ons allemaal kwam er veel meer bij kijken dan we in eerste instantie dachten.”
Wie de keuze heeft, heeft ook de kwaal, want wat voor welke uniformen kies je? Vanuit het museale karakter van de Miljoenenlijn werd er bewust gekozen voor uniformen die daadwerkelijk gedragen zijn, geen fictieve ontwerpen die alleen de beleving zouden versterken. Om de uniformen aan te laten sluiten bij het tijdsbeeld dat het materieel van de Miljoenenlijn schetst, is er gekozen voor uniforms uit begin jaren vijftig. Destijds was NS de hoofdaanbieder op het spoor, daarom zijn de nieuwe uniformen gebaseerd op NS-uniformen uit die tijd.
De vrijwilligers en de leverancier hebben geweten dat dit andere tijden waren, tijden van strikte hiërarchie. De hoeveelheid strepen op de mouw, strepen op de pet, kraagbalken en knopen gaven die hiërarchie aan, door een soort codeboek voor ingewijden. Na dit project kunnen we stellen dat Jan van Keulen daar nu toe behoort. Intussen laat Jacques trots zijn strepen zien: “De stationschef kreeg drie gouden strepen op zijn mouw en twee gouden strepen op zijn rode pet.” Herman zal zijn pet op een hoge kast moeten bewaren, want zijn kleinzoon heeft er zijn zinnen al op gezet.
Een strikte hiërarchie was niet het enige verschil met de jaren vijftig en nu. Er werkten toen nog geen vrouwen bij de Nederlandsche Spoorwegen! Bij de Miljoenenlijn anno 2022 gelukkig wel, maar daar moesten dus wel aparte ontwerpen voor komen. Die zijn gebaseerd op de damesuniformen van nu, vertaald naar de jaren vijftig. Hetzelfde euvel gold voor het winkelpersoneel. Dat was geen onderdeel van NS, maar ook hier bood archiefmateriaal een museale oplossing.
Dan is een en ander bedacht, maar moet het ook nog gemaakt worden. Hiervoor waren vier partijen uitgenodigd kriskras door Nederland. Uiteindelijk is de keuze op een lokale leverancier gevallen, uit Hoensbroek. Herman: “Naar Frank America van het familiebedrijf America Safety Center mag wel een groot woord van dank uit. Zij hebben met veel zorg en aandacht onze 130 (!) uniformen geleverd, stuk voor stuk op de persoon afgemeten en afgesteld. Ook hebben zij natuurlijk rekening moeten houden met alle strepen, knopen en balken. Er is geen uniform de deur uit gegaan, zonder dat Frank ‘m zelf heeft gezien.” Voor de aanschaf van de uniformen is jaren geleden een fonds opgericht binnen de Miljoenenlijn. Dat was voor een mooi deel gevuld met legaten. Toch moest er ook nog een hele hoop geregeld worden. Om dat goed te beheren, nam Jacques de functie van werkgroepleider van de werkgroep Vrijwilligersfaciliteiten op zich. Deze werkgroep beheert alle materialen die de Miljoenenlijn in bruikleen geeft aan de vrijwilligers, waaronder de uniformen. Dankzij de grote bijdragen in de vorm van tijd en geld is het uniformenproject nu zo goed als afgerond.
We spreken Herman en Jacques op de dag dat de uniformen worden uitgereikt en de groepsfoto’s worden gemaakt. “Ik dacht dat ik er nog een hele kluif aan zou hebben om iedereen bij elkaar te krijgen, maar dat viel reuze mee,” zegt Herman. “Iedereen lijkt erg gemotiveerd als het om de uniformen gaat. Mensen zijn natuurlijk ook blij dat we weer samen mogen komen. Een groot deel van de voorbereidingen van dit project ging digitaal, dat is toch niet hetzelfde.” In en om de stationshal is het een drukte van belang. Uniformen worden uitgereikt, aangetrokken en per functiegroep wordt er een mooie groepsfoto gemaakt. De trots is nu al te voelen bij de vrijwilligers. “Het mooiste moment wordt onze eerste rijdag op 17 april, als we allemaal weer mogen en dan ook nog in vol ornaat.”
Sinds 2014 ben ik vrijwilliger bij de Miljoenenlijn. Ik heb altijd graag buiten gewerkt, in de natuur. Toen ik bij mijn werk minder uren maakte en hierdoor 2 dagen thuis zat, besloot ik vrijwilligerswerk te zoeken. Stil zitten houd ik niet van, liever werk ik buiten en ben bezig. De keuze voor de Miljoenenlijn was snel gemaakt, ik woon vlakbij het spoor en wilde graag in de natuur werken.
Van kleins af aan ben ik al geïnteresseerd in het buitenwerk. Dat zit er gewoon in bij me. Toen ik me heb aangemeld als vrijwilliger, werd ik uitgenodigd voor een introductiebijeenkomst. We kregen allemaal uitleg over de verschillende werkgroepen en de verschillende mogelijkheden binnen de Miljoenenlijn. Naar aanleiding van die bijeenkomst kon je dan een keuze maken wat je leuk vond om te doen. Voor mij stond echter de keuze van te voren vast en ben ik snel in contact gekomen met de werkploegleider, Johan.
Na een dagje mee te hebben gelopen bij de groenploeg, waar ik meteen mee mocht helpen, ben ik eigenlijk meteen ingestroomd. Elke donderdag en vrijdag werk ik zo met een leuke groep mensen buiten in de natuur en zorg ervoor dat al het groen langs het baanvak goed onderhouden wordt.
Het werken als vrijwilliger in de functie van algemeen medewerker groen is niet iets waar je meteen aan denkt, als je denkt aan de stoomtrein. De functie van medewerker groen is echter belangrijk, zodat onze reizigers elke rijdag in de trein kunnen stappen. Wij zorgen ervoor dat de natuur rondom het spoor een veilige situatie biedt voor de treinen. Denk maar aan uitstekende takken, die anders bijvoorbeeld tegen de trein aan zouden komen. Je moet zorgen dat er genoeg ruimte tussen het spoor en de natuur is.
Het is echter niet alleen de veiligheid die we bewaken, maar ook het uitzicht van de reiziger. Als reiziger wil je niet tegen een wand van bladeren aan kijken, je moet ook een beetje doorkijk hebben en genieten van het landschap. We doen ons best dit te onderhouden, zodat de natuur continu kans krijgt om zich verder te ontwikkelen en behouden blijft.
Waarom zou ik zeggen, word vrijwilliger groen?
Het mooie aan het werken bij de groenploeg is: je bent buiten, je bent in de frisse lucht, fysiek bezig en je werkt met ‘buitenmensen’ om de natuur rondom het traject te onderhouden. Als medewerker groen zorg je ervoor dat alles veilig is, zodat de trein kan rijden. Het werk is gevarieerd, het mooie vind ik dat je altijd wel met iets anders bezig bent en dat je altijd binnen een korte tijd resultaat ziet. Soms ben ik samen met mede groen-vrijwilligers zo bezig met het snoeien van de appelbomen langs het spoor, een andere dag help ik mee in het onderhoud van de machines. Het contact met andere vrijwilligers is goed, je drinkt ’s ochtends met zijn allen een kopje koffie en ’s middags lunch je ook gezamenlijk en wissel je ervaringen uit met andere collega’s.
Wil je ook vrijwilliger worden bij de Miljoenenlijn? Meld je dan aan via volontair@miljoenenlijn.nl en bekijk de vacatures hier.
Als kleine jongen ben ik opgegroeid in een treinengezin. Mijn opa werkte bij Allan en mijn vader bij de NS op een rangeerterrein, eerst in Rotterdam Zuid/Feyenoord en later op de Kijfhoek bij Zwijndrecht. Wij gingen, omdat we toch vrij reizen hadden en geen auto, altijd met de trein. Aan de vakanties, uiteraard ook met de trein, naar Oostenrijk en Duitsland heb ik mooie herinneringen. Vooral de ritten met de Railbus in Duitsland en Oostenrijk waren geweldig. De plek op de eerste bank voorin, achter de machinist, was mijn favoriet.
In februari 2010 ben ik een dag met mijn gezin naar Simpelveld gegaan om met de trein van de Miljoenenlijn naar Wijlre te reizen en door het mooie landschap naar Simpelveld terug te wandelen. Bij het plannen van deze rit kwam ik er achter dat deze rit met de, door mij geliefde, Railbus werd uitgevoerd. De rit door het mooie landschap was geweldig mede door de Railbus natuurlijk. Het voelde net als vroeger…
Na terugkomst in Simpelveld heb ik folders over de Miljoenenlijn meegenomen, onder andere die over de vrijwilligers. Ik hoefde niet lang na te denken om mij aan te melden.
Na de introductiedag met enthousiaste mensen was ik helemaal om. Mogelijk was de afstand een struikelblok, maar ook dat went (Nieuwegein). Na de introductiedag volgde de basiscursus voor vrijwilliger, waarna ik mocht klussen aan de Railbus wat ik al bijzonder vond. Dat ik ook machinist kon worden, was helemaal top.
Na het volgen van de dieselcursus en de theorie-opleiding voor Railbusmachinist mocht ik starten met de 25 lesrijdagen op de Railbus, gevolgd door een praktijkexamen. Sinds september 2012 ben ik Railbusmachinist bij de Miljoenenlijn; iets wat ik nooit voor mogelijk had gehouden.
Een dag als Railbusmachinist begint 2 uur voor aanvang van de dienstregeling. Als eerste gaan we de motoren voorverwarmen tot de juiste temperatuur. Dit gebeurt door het koelwater te verwarmen en rond te pompen, zodat de motor warm en daardoor beter gesmeerd is en, zonder schade aan te richten, gestart kan worden. Vóór het starten controleren we de olie- en brandstofniveaus waarna we de motoren een voor een kunnen starten. Door het starten worden ook de compressoren voor de lucht, laders/generatoren voor de accu’s en het hydraulische systeem van de koeling in werking gezet. Als alle systemen op druk zijn en de nodige testen zijn uitgevoerd, zandvoorraad en verlichting zijn gecontroleerd, kunnen we ons aanmelden bij de treindienstleider, waarna de dag als machinist kan beginnen.
De regels zijn belangrijk en de veiligheid staat voorop. De combinatie tussen het rijden met de trein en het onderhouden ervan is leuk en leerzaam. Het meeste leer je van het oplossen van storingen.
De contacten met de reizigers zijn leuk en gevarieerd met de één praat je over de techniek van de Railbus, met de ander over de spoorlijn en dan weer over de natuur of de geschiedenis van het mijngebied waar we door heen rijden. Een dag werken kan intensief zijn, maar geeft me altijd veel energie.
Als machinist op de Railbus kun je alles wat je ziet met de reizigers delen. Op onze rit naar Vetschau in Duitsland komt het regelmatig voor dat grote roofvogels vlak voor de trein mee vliegen, een geweldig gezicht. Ook zie je vaak konijnen, reeën, eekhoorntjes en ander wild langs onze spoorlijn.
Een mooi moment was toen vorig jaar een klein jongetje voor het eerst van zijn leven met de trein meeging en voor de Railbus koos boven de stoomtrein en hier net zo enthousiast over was als toen ik zo klein was.
Door me te verdiepen in de historie van de Miljoenenlijn ben ik er achter gekomen hoe bijzonder het is wat er in de afgelopen 25 jaar gerealiseerd is. Een organisatie om trots op te zijn.
De Miljoenenlijn is net een grote familie, iedereen is zeer gedreven en betrokken en ik ben blij dat ik hier bij mag horen.
Wil je ook vrijwilliger worden bij de Miljoenenlijn? Meld je dan aan via volontair@miljoenenlijn.nl en bekijk de vacatures hier.
Mijn ouders vonden mij vroeger al een stoer meisje. Ik had altijd al interesses voor techniek en treinen.
Vroeger gingen we wel eens met de trein erop uit en dat was altijd een groot feest voor mij (ook al was het maar een retourtje Maastricht/Heerlen).
Als we op het station van Maastricht waren, kon ik uren naar de seinen (die ik vroeger gekleurde knoopjes noemde) en treinen kijken. Toen ik 5 jaar was, nam mijn vader me voor de eerste keer mee naar de Miljoenenlijn. Zelf kan ik niet zo veel meer herinneren van het uitstapje, behalve de grote wielen van de lok en paar stoompluimen. Wel heb ik laatst paar foto’s uit de oude doos gevonden. Een foto sprak me gelijk aan: Een klein meisje die heel trots voor de stoomloc 1289 poseert. En dat ben ik! Zo zie je maar dat de passie voor treinen er heel vroeg in zat.
Toen ik naar de middelbare school ging, ben ik naar het vmbo- kader metaal techniek gegaan. In leerjaar 3 moesten wij een vrijwilligers-stage doen. Tien jaar na mijn eerste bezoek kwam ik zo weer bij de Miljoenenlijn terecht. Dit keer als stagiaire op de werkplaats. Na 5 stage dagen zat mijn vrijwilligers-stage erop. De laatste stage dag mocht ik een slag mee als leerling-stoker naar Kerkrade. Mijn geluk kon niet op en ik heb me als leerling-stoker/vrijwilliger aangemeld.
Ik heb ook nog 2 weken stage gelopen bij NedTrain in Maastricht. Sinds dien streef ik er echt naar om later bij de spoorwegen te werken als machinist of rangeerder. Nu volg ik een mbo 3 Mechatronica/ Werktuigbouwkunde opleiding. En wie weet ga ik na deze opleiding naar de Machinisten opleiding in Rotterdam. Nu ben ik 17,5 en nog steeds leerling-stoker. Dat komt omdat je pas het stokers examen op je 18e mag afleggen. Dus nog eventjes geduld…
Waarom stoken? Die vraag krijg ik heel vaak te horen. Omdat… niets gaat boven de kolen geur en de oude prachtige techniek van een stoomtrein. Ik ben zelf een groot liefhebber van Zweedse stoomlocomotieven. Vooral de SJ E2 1040 is mijn favoriet. En wat heb ik toch het geluk om op de 1040 te mogen stoken! Het stoken zelf vind ik een prachtig vak, je bent telkens bezig met het vuur in orde te houden, goed water peil houden, en het aan en af koppelen van de trein. ‘Met vuur en water spelen tot er stoom uit komt…’ Heerlijk!
De Miljoenenlijn. Mijn 3e thuis, een plek waar ik soms zelf stoom kan afblazen. Een plek waar ik mijn vriend tegen het lijf ben gelopen. Een plek waar ik lol kan maken met mijn vrienden die ik daar heb. En een plek waar ik trots op ben. De Miljoenenlijn, een hechte ‘Spoorweg-familie’
Wil je ook vrijwilliger worden bij de Miljoenenlijn? Meld je dan aan via volontair@miljoenenlijn.nl en bekijk de vacatures hier.
Van seinwezen tot stoommachinist in 10 jaar.
Omdat ik langs het spoor ben opgegroeid, werd mijn interesse in de spoorwegen steeds groter. Als kleine man bezocht ik vaak met mijn ouders de Miljoenenlijn. Urenlang kon ik op station Simpelveld rondlopen en alles bekijken. Toen ik de leeftijd had gekregen om vrijwilliger te mogen worden, was ik meteen het jongste lid van de club. Mijn “carrière” ging van start bij het seinwezen. Elke zaterdag hielp ik zoveel mogelijk mee in het onderhoud van de seinen en de wissels. De Miljoenlijn bezit nog steeds de klassieke beveiliging van vroeger en daar komt heel wat werk bij kijken. Na enkele jaren werkplaats mocht ik mij nuttig maken als gastheer op de stoomtrein. Vervolgens mocht ik de opleiding “conducteur” volgen. De woensdag werd mijn vaste dag om dienst te doen. In het hoogseizoen was ik dan ook zoveel mogelijk aanwezig als conducteur.
Niet alleen het contact met onze reizigers maar ook de verantwoording die erbij komt kijken vond ik interessant. Onze trein wordt immers met stoom gereden, elke keer als je door het Limburgse Heuvelland onderweg bent, vertel je de reizigers met trots over de machine die voor de trein staat. Meerdere jaren heb ik meegelopen als conducteur, tot dat de overweging kwam om verder te gaan als cheftrein of als stoker op de stoomloc. De keuze was snel gemaakt, meer bezig zijn met techniek en onderhoud aan 100 jaar oude machines verrichten. Ik volgde de cursus „rangeerder“ om aansluitend mijn eerste keren als leerling stoker mee te gaan op de stoomloc. Een geweldige ervaring, alles puft, ruikt en maakt een imposant geluid. Vele stokers leerde mij de kneepjes van het vak kennen.
“Scheppen kan iedereen, maar stoken is een vak” werd er mij verteld. Als snel had ik in de gaten dat het stoken meer was dan alleen wat kolen op het vuur gooien. Deze techniek leer je alleen maar, als je een aantal keren flink onderuit bent gegaan. Ingrijpen op het juiste moment als de keteldruk drijgt te dalen of stijgen is de kunst. Stoken is meer dan uit het raampje hangen van de locomotief. Je krijgt er mooie zwarte handen van en mag bij een vroege dienst om 05:30 uur beginnen met opstoken. Na 2 jaren dienst als leerling-stoker, mocht ik op examen. Kort hierna volgende mijn eerste diensten als zelfstandig stoker. Pas als je er echt alleen voor staat leer je stoken. Samenwerken met de machinist is hierbij het belangrijkste. Hoe meer diensten ik had gedraaid, hoe meer ik ingespeeld raakte op de verschillende machinisten. Iedereen heeft zijn eigen manier van stoken, net zoals elke machinist zijn eigen manier van rijden heeft. Je moet je als stoker aanpassen aan de manier van rijden van de machinist en dat is niet altijd eenvoudig. In de wintermaanden wordt er niet gereden met stoom en gebruiken we deze tijd om onderhoud te doen. Vele uren wordt er aan de machines gewerkt om in het voorjaar weer met stoom te kunnen rijden. Ik had altijd het gevoel dat ik met twee linkse handen ben geboren, maar dankzij het werkplaats personeel leerde ik snel. Vanaf het moment dat je een machine uit elkaar gaat bouwen om onderhoud te verrichten, leer je de machine pas echt kennen. Je weet wat je kunt herstellen als er iets fout gaat tijdens de rit en kunt je een betere voorstelling maken bij de werking van een stoommachine. Tijdens het onderhoud werd ik betrokken bij het reviseren van een dieselmotor. Hierdoor steeg mijn interesse in diesel en volgde ik de opleiding om machinist op onze rangeerlocs en railbus te worden. Vanaf dat moment kon ik niet enkel als stoker worden ingezet, maar ook in de rangeerdienst en als machinist Railbus.
Machinist worden was altijd al mijn jongensdroom. Doordat ik als stoker af en toe een stukje mocht rijden, ofwel in spoorse termen “aan de lat” mocht staan, werd mijn motivatie steeds groter om deze opleiding te gaan volgen. Zo gezegd, zo gedaan, en voor ik het wist volgde ik met enkele andere vrijwilligers het theoretische deel van de opleiding “stoommachinist”. Doordat ik al enkele jaren onderhoud had gedaan, kon ik mij beter verplaatsen in de theorie rondom een stoommachine. Het theoretische deel werd afgesloten met een succesvol examen. Aansluitend kon ik beginnen met het praktijk onderdeel. 50 diensten met meerdere tussentijdse toetsen die afgenomen worden door instructie-machinisten. Je leert het afsmeren van de machine, het rijden maar vooral ook het remmen. Het in beweging zetten van de machine is een kunst maar het netjes remmen is nog veel belangrijker. Elke dienst is anders, weersomstandigheden, soort trein en de kwaliteit van de stoker hebben hier invloed op. Na 1,5 jaar was de 50-rittenkaart vol en had ik alle toetsen behaald, ik was klaar voor het grote examen. Een spannende dag, want vanaf het moment dat je stoker bent kijk je ernaar uit om stoommachinist te kunnen worden. Mijn examen verliep vlekkeloos en met een handdruk van de examinator mocht ik meteen zelfstandig mijn eerste trein rijden. Een ervaring die ik nooit zal vergeten. Je hebt de verantwoording over een hele trein, werkt geconcentreerd samen met je stoker en let nauwlettend op de tijd om geen vertraging op te lopen. Inmiddels heb ik al enkele diensten als machinist achter de rug.
10 jaar geleden mocht ik als jongste vrijwilliger bij de Miljoenenlijn beginnen, inmiddels ben ik niet meer de jongste vrijwilliger, wel de jongste stoommachinist! De Miljoenenlijn biedt dus voor iedereen wel iets om zich voor in te zetten. Dat is ook het leuke aan dit spoorbedrijf. Je kent iedereen en iedereen heeft zijn eigen specialiteiten en kwaliteiten. Daardoor ontstaat er een prima samenwerking tussen de verschillende werkgroepen. Het lijkt een grote familie, wat samen probeert het cultureel Limburgs erfgoed in beweging te houden. Persoonlijk ben ik er trots op, want dit bedrijf is meer dan alleen met treintjes spelen. Dit bedrijf verbindt 200 vrijwilligers met elkaar die ervoor zorgen dat elke week het stoomtreintje onderweg is door Zuid-Limburg!
Iedereen die nu nog twijfels heeft om vrijwilliger te worden, nodig ik graag een keertje uit om bij mij op de loc te komen kijken. Als je de kolenschep een keer in je handen hebt gehad, laat je ze nooit meer los…
Niels Jacobs, stoommachinist.
Wil je ook vrijwilliger worden bij de Miljoenenlijn? Meld je dan aan via volontair@miljoenenlijn.nl en bekijk de vacatures hier.
Als kleuter was ik eigenlijk al gek van treinen.
Mijn moeder ging regelmatig treinen met mij kijken op de oude “passerel” in Maastricht.De ramen waren daar voorzien van een hekwerk i.p.v. glas en dus moest ik, nadat we waren gaan kijken, in bad, want ik was helemaal zwart van het roet van de stoomtreinen.
Ook ging ik geregeld met de trein, samen met mijn vader en/of moeder, naar Meerssen, Houthem of Valkenburg en dan weer terug naar Maastricht. Later is de interesse wat afgenomen, totdat ik, bij de universiteit, het afdelingsuitje mede moest organiseren.
Er werd toen o.a. gekozen voor een ritje met de railbus van de Miljoenenlijn. In dat jaar heb ik een bezoek gebracht aan de stoomtreindagen en me daarna als vrijwilliger opgegeven.
Ik kreeg toen een intake gesprek en zou conducteur worden. Na een keer met Henk Dam een dienst gedraaid te hebben, werd besloten dat ik lokettist zou worden in Simpelveld en op de trein, in een apart rijtuig, dat daarvoor ingericht zou worden.
Mijn leraar aan het loket was Piet Genders. Ik heb toen regelmatig kaartjes verkocht in de trein en nadat het rijtuig weer verdween ben ik dikwijls lokettist in Valkenburg, waar daarna een loket geopend is.
Soms ben ik ook lokettist in Simpelveld.
Ik vind dit werk nog steeds leuk en vooral de omgang met onze reizigers en directe collega’s bij de Miljoenenlijn.
Een paar anekdotes van klanten:
– Mijnheer, jullie hebben die stoomloc wel mooi nagemaakt.
Het is net echt, want hij zal toch wel niet meer op kolen rijden.
– Mijnheer, als ik een kaartje koop voor dat stoomtreintje, belt u dan even, zodat hij mij komt op halen.
Wil je ook vrijwilliger worden bij de Miljoenenlijn? Meld je dan aan via volontair@miljoenenlijn.nl en bekijk de vacatures hier.
Nu zo’n 5 jaar geleden ben ik als vrijwilliger begonnen bij de Miljoenenlijn. Via een vriend, die ook vrijwilliger is, ben ik bij de Miljoenenlijn terecht gekomen. Het vak conducteur heeft mij van begin af aan zeer geboeid en al snel kon ik na het behalen van het theorie-examen, beginnen met de praktijk. Gedurende de tijd leerde ik waarom ik de functie conducteur mij zo trok. Wanneer reizigers (en in het bijzonder kinderen) met een glimlach weer vertrekken naar huis. Het geeft mij veel voldoening mensen zo te zien gaan.
In de afgelopen 5 jaar heb ik ook mogen proeven bij andere werkgroepen. Zo heb ik ook mogen kijken bij o.a. werkgroepen seinwezen en loket. Bij seinwezen zorg je samen met de treindienstleider dat de reizigerstrein die klaar staat voor vertrek naar Valkenburg op spoor 3, veilig door de wisselstraat en over de overweg bij Post II kan vertrekken. Bij het loket kunnen reizigers hun kaartjes voor de trein kopen. Als conducteur werk je ook als kaartverkoper. Maar bij het loket heeft men nog meer kaartjes en informatie voor de reiziger. Voornamelijk tijdens evenementen was en ben ik actief als lokettist.
Als toentertijd 16-jarig jochie reed ik graag vanuit huis, zo’n 50 km enkele reis met de scooter door weer en wind naar Simpelveld toe om te beginnen aan mijn dienst. Dat trok toen, maar nu nog steeds soms vreemde gezichten bij collega’s. Ondertussen ben ik 21 jaar en werk ik als buschauffeur in Groningen. Ik heb vanaf het moment dat bekend werd dat ik aan de slag kon in Groningen, gezegd dat ik vrijwilliger en conducteur bleef. Ik wil gewoon niet anders. Eens een Miljoenenlijn-familielid, altijd een Miljoenenlijn-familielid.
Wil je ook vrijwilliger worden bij de MiIjoenenlijn? Meld je dan aan via volontair@miljoenenlijn.nl en bekijk de vacatures hier.