Locomotieven & Treinstellen

Loc NS 2215

Loc NS 2215

Manufacturer
NV Allan & Co’s
Type
DE-locomotief, serie 2201 - 2350
Year of construction
1955
Spoorwijdte
1435 mm
Weight
72 ton
Lengte o/b
14,010 m
Axle layout
Bo'Bo'de
Vermogen
900 PK (661,5 kW)
Max. speed
100 km/h
Original owner
Nederlandse Spoorwegen (NS)
Huidige eigenaar
Nederlands Spoorwegmuseum (bruikleen aan Stichting ZLSM)

Historie van de serie 2200

Eind jaren ’40 van de vorige eeuw besloot de directie van Nederlandse Spoorwegen (NS) om de stoomlocomotieven versneld buiten dienst te stellen. Dit werd bereikt door de aanschaf van 95 elektrische locomotieven (in dienst 1948 – 1956) en 276 diesel-elektrische locomotieven (in dienst 1953 – 1958). In 1958 reed dan ook de laatste stoomlocomotief, de 3737, het Spoorwegmuseum in Utrecht in.

Van de diesel-elektrische locomotieven was de serie 2201 – 2350 de versie voor de zware goederendienst op de havenspoorwegen, de grotere rangeeremplacementen en de niet-geëlektrificeerde hoofdlijnen. De eerste exemplaren, met het nummer 2201 tot 2300, werden gebouwd door Allan te Rotterdam, met dieselmotoren van Stork te Hengelo (licentie Superior) en elektrische installaties van Heemaf te Hengelo.

In afleveringstoestand waren de locomotieven bruin met zandgele sierbanden en rode bufferbalken. Ze hadden aan beide uiteinden twee frontseinen.

In 1958 kregen 22 machines een mobilofoon-installatie, waarna ze speciaal voor de rangeerdiensten in Amsterdam, Rotterdam en Amersfoort werden aangewezen.

Duitse wetgeving vereiste vanaf 1959 een derde frontsein op de grensbaanvakken, dat op de 2201 – 2225 werd aangebracht.

Vanaf 1969 werd op de grensbaanvakken bovendien de Automatische Treinbeïnvloeding (ATB) verplicht, waarvoor weer 25 locomotieven werden aangewezen, maar dat waren er ook enkele buiten de serie 2201 – 2215. Zij verwisselden hun nummers met de niet-verbouwde locs uit de genoemde serie nadat ook daarbij het derde frontsein was aangebracht.

Als gevolg van de invoering van de nieuwe NS-huisstijl werden de locomotieven tussen 1971 en 1986 geel/grijs geschilderd. Alleen loc 2275 is altijd bruin gebleven.

Vanaf 1972 begon de buitendienststelling en sloop van de eerste 2200-en, voornamelijk de door Schneider gebouwde machines.

Van 1991 – 1995 werden 25 locomotieven aan de Belgische spoorwegen verkocht voor de aanleg van de hogesnelheidslijnen, waaronder ook de bruine 2275.

De 2200-en hielden bij NS het langst stand in Zeeuws-Vlaanderen, namelijk tot 2004.

Acht stuks belandden er bij museumbedrijven: het Spoorwegmuseum verwierf de 2215, 2264 en 2352 (ex 2268), de laatste als onderdelenleverancier. De 2215 is dienstvaardig, de 2264 is in revisie en de 2352 is inmiddels gesloopt.

De locomotieven van de serie 2200 waren met hun 900pk lange tijd de sterkste diesellocomotieven bij NS. Zij werden in het begin voornamelijk ingezet voor zware goederentreinen. Mocht één loc niet genoeg zijn, konden ze tot een combinatie van maximaal 4 stuks geschakeld worden, waarbij alle machines vanuit de voorste cabine door één machinist konden worden bediend.

Vanwege hun maximaal snelheid van 100 km/h werden de 2200’en ook voor de reizigersdienst ingezet. Zo reden ze zelfs op onze eigen Miljoenenlijn, als op tropische dagen de Blauwe Engelen het begaven in verband met koelingsproblemen. Als vervangingen werden dan twee 2200’en ingezet, met een Plan-E rijtuig er tussen: een zogenaamde trek-duw-trein.

De NS 2215

De 2215 kreeg in 1959 het derde frontsein en in 1969 ATB, werd in 1973 geel/grijs, werd in 1997 en 1998 door de firma Lovers gebruikt voor een kortstondige reizigersdienst tussen Amsterdam en IJmuiden en ging in 1999 buiten dienst. In 2002 werd zij door het Spoorwegmuseum verworven, dat de locomotief sindsdien veelvuldig voor materieeltransporten tussen Utrecht en diverse locaties heeft gebruikt.
De laatste revisie werd uitgevoerd in mei 2013.

Bij de Miljoenenlijn

De samenwerking tussen het Nederlands Spoorwegmuseum en de Miljoenenlijn wordt onderstreept met de komst van diesellocomotief 2215, welke door het Spoorwegmuseum in bruikleen gegeven wordt. Op vrijdag 20 juni 2020 is de locomotief afgeleverd in Kerkrade en overgebracht naar ons depot in Simpelveld.

De belangrijkste reden om de 2215 naar Simpelveld te halen is dat we hierdoor de beschikking krijgen over een krachtige calamiteitenlocomotief. Een calamiteitenlocomotief staat paraat om een trein die ergens op de baan gestrand is af te slepen. Tot nu toe was onze eigen 639 hiervoor aangewezen. Deze locomotief is vanwege haar lage vermogen (400pk) en de lage snelheid (30 km/h) niet helemaal geschikt voor die taak. Het in bruikleen nemen van de 2215 bleek hiervoor een mooie oplossing.

Op gewone rijdagen zul je de 2215 als het goed is dus weinig in actie zien. Tijdens evenementen, op dagen met extreem hoge temperaturen (te warm voor een stoomlocomotief) en voor bijzondere ritten zullen we haar echter volop gaan inzetten, zodat onze gasten het komende jaren ruimschoots de gelegenheid krijgen om deze bijzondere Nederlandse diesellocomotief te bewonderen in het Zuid-Limburgse Heuvelland.

Bronnen:

  • Materieelpark deel 1 Locomotieven – Uitgave NS 1957
  • Andere locomotieven van de Nederlandse Spoorwegen – N.J. van Wijck Jurriaanse – Uitgevers Wyt, Rotterdam 1974
  • Miljoenenlijn Expresse 119, augustus 2020