K1-rijtuigen
- Bouwjaar
- 1934
- Fabrikant
- Baume & Marpent
- Type
- K1a
- Gewicht
- 43,1 ton
- Lengte
- 23,32 m
- Asindeling
- 2'2'
- Max. snelheid
- 120 km/u
- Oorspronkelijke eigenaar
- NMBS / SNCB
- Rijvaardig
- Ja
- Aantal bij Miljoenenlijn
- 7
Alle reizigers een eersteklas rit in deze ‘degelijke, luxueuze’ rijtuigen
Kon je in de jaren dertig eersteklas treinreizen in België, dan zat je niet verkeerd. Hoe dat voelde, weet elke bezoeker van de Miljoenenlijn sinds de allereerste rit in 1995.
Bij de zoektocht naar geschikt materieel tijdens de oprichting, stonden deze Belgische rijtuigen al op het wensenlijstje. Miljoenenlijn Expresse nummer 23 uit 1994 schrijft: “Wij waren er toen [in 1988] al van overtuigd dat dit type rijtuig uitstekend bij de ZLSM zou passen. Het zijn immers degelijke, luxueuze rijtuigen, waar een reiziger als gast van de ZLSM zich in thuis kan voelen.”
Een vooruitziende blik, want de K1-rijtuigen die destijds zijn aangeschaft, doen nog steeds dienst bij de Miljoenenlijn. Zij zijn overgeschilderd in het eigen kleurenpalet (‘wijnrood en mergelgeel’) en door de werkgroep rijtuigen perfect onderhouden. Van de zacht gestoffeerde banken, het hoogglans gelakte houtwerk tot de chromen details: de rijtuigen van de Miljoenenlijn nemen je elke rijdag mee over de historische spoorlijn door een heuvelachtig landschap én terug in de tijd.
De aanleiding voor de bouw van deze serie rijtuigen was dat de houten rijtuigen van de Belgische spoorwegorganisatie NMBS tijdens de Eerste Wereldoorlog niet stevig genoeg bleken. Aan negen Belgische constructiebedrijven werd gevraagd om op basis van een metalen prototype uit 1932 een serie van 502 rijtuigen (waarvan 122 eersteklas) te produceren. Zou zouden bestemd zijn voor de binnenlandse diensten. Na de Tweede Wereldoorlog waren er nog 92 van de eersteklas (AB-)rijtuigen overgebleven. De meeste van deze degelijke rijtuigen hebben nog tot in de jaren tachtig (!) bij de NMBS gereden.
De zitplaatsen in onze rijtuigen niet allemaal hetzelfde, overigens tot groot plezier van sommige reizigers die uitgebreid ‘het beste plekje’ uitzoeken. Per rijtuig zijn er 52 zitplaatsen verdeeld over twee open gedeeltes en er zijn twee coupés met elk 6 zitplaatsen. Op de balkons zijn nog zes zitplaatsen op (ook gestoffeerde) klapstoeltjes. De grote vraag voor de meeste reizigers blijft: wie mag er bij het raam zitten?
Foto’s: John Kreukniet, Koen Kruchten, Archief Miljoenenlijn, Victor Horta & Henry van de Velde: Spoorwegen, wegen die kruisen, Françoise Aubry, Anne van Loo, Train World & Snoeck, 2024.
